zondag 30 januari 2011

Beleving

Deze week een discussie gehad over de beleving van een kunstwerk, door kunstenaar en toeschouwer. Het is bekend dat toeschouwers kunstwerken anders benaderen dan de visie van de kunstenaar. De toeschouwer weet nooit zeker wat de kunstenaar wil uitdrukken met een werk. Je kunt je nog zo verdiepen in de kunstenaar, maar ieder heeft toch zijn eigen belevingswereld. Daarnaast is het de vraag hoe helder de kunstenaar zelf heeft waar hij precies mee bezig is. Binnen een bepaalde ruimte weet een kunstenaar dat wel, maar hoe groot die ruimte is, weet niemand.

Toch blijkt dat mensen die mijn werk al jaren van dichtbij volgen, toch vrijwel altijd oordelen op het eindresultaat van een werk en het handschrift van de kunstenaar. Als kunstenaar kan ik stappen maken en heel tevreden zijn met mijn ontwikkeling, een toeschouwer is zich hier niet of in veel mindere mate van bewust. Het is nog steeds duidelijk dat ik het gemaakt heb. De vraag is of de toeschouwer de stappen kan herkennen die ik gemaakt heb of dat het handschrift toch een bepalende factor blijft.

Het werk van Picasso wordt vaak onderverdeeld in verschillende perioden. Onafhankelijk van de periode is het voor iedereen duidelijk dat Picasso het werk gemaakt heeft. Achteraf zijn de verschillende perioden te herkennen en in te delen naar thematiek, kleur of wat dan ook. Zo wordt bij kunstenaars die al vele jaren bezig zijn ook gesproken van oud en nieuw werk. Het is dus wel duidelijk dat kunstenaars in de loop der jaren ander werk maken, maar wat door de oogharen duidelijk van een kunstenaar is.

De verandering die een kunstenaar doormaakt in zijn carrière is meer een ontwikkeling die zich achter de schermen plaats vindt. Een stuk sijpelt wel door naar het uiterlijk van het werk, maar een groot deel blijft onzichtbaar en is verborgen in het proces tot het uiteindelijke schilderwerk.

maandag 24 januari 2011

Ruimte(n)

Ik zoek in mijn werk vaak naar de leegte. Soms vertaalt dat zich in werken die heel letterlijk opgedeeld is in ruimten. Soms zijn in het werk zelf ‘muren’ opgenomen. Toch is het nooit helemaal duidelijk wat de bedoeling is van de muren.


Zonder Titel, 2008, Olie op doek, 125 x 170 cm


Zonder Titel, 2009, Olie op doek, 15 x 18 cm

Langzaam maar zeker merk ik dat de ruimten voor mij een andere betekenis innemen. Het gaat voorbij de architectonische ruimte. Het gaat om een onbegrensde ruimte. Een ruimte die zonder zijn grenzen allerlei mogelijkheden biedt. Mogelijkheden waarin dingen samenkomen. Waar elementen met elkaar communiceren. Schilderkunstig probeer ik deze communicatie te vatten in formele elementen. Hoe werken lijnen met elkaar samen? Hoe werken kleuren met elkaar samen tot juist wel of geen harmonisch geheel? Ook het formaat speelt hierbij een rol, want de grootte van het doek bepaalt hoe jij je er als toeschouwer toe verhoudt.

Op het ogenblik is deze wisselwerking van elementen een belangrijke drijfveer in mijn werk.

vrijdag 14 januari 2011

De Punt

Een teken of symbool dat iedereen kent, maar waar ze weinig aandacht aanschenkt. Toch is het een element in zowel de taal, natuur, beeldende kunst, muziek en ga zo maar door. Het is een element dat veel betekenis en invloed heeft. Toch raar dat het een element is dat zo ontzettend onderschat is.

De taal is een medium waar iedereen dagelijks mee werkt. Het zetten van punten in de tekst doet iedereen redelijk automatisch, maar toch is de plek van de punt belangrijk in een tekst. Staat de punt op een plek die als onlogisch aanvoelt, dan kan de strekking van de tekst een andere betekenis krijgen of zijn betekenis helemaal verliezen. Ook de grootte van de punt in de tekst is belangrijk. Een normale . heeft een andere betekenis dan een grotere

Het uiterlijk van de punt is iets waar we ons bewust van zijn, maar het innerlijk van de punt is voor veel mensen iets waar ze zich nauwelijks van bewust zijn. De muziek is een medium waar het vooral gaat over het innerlijk van de punt. In bovenstaande vergelijking van de kleine en grote punt, krijg je al een ander gevoel. In de muziek komen deze gevoelens sterker naar voren. Korte noten kunnen je uitbeelden als kleine punten, terwijl lange noten het volume van de punt doen toenemen. De grootte van de punt geeft een vertaling van de spanning die in zo’n noot aanwezig is. Zeer korte noten, punten, in muzikale composities zijn vaak noodzakelijk. Denk hierbij aan de klanken van de pauk of de triangel.

De punt is de kleinste vorm die er bestaat. Geometrisch gezien is de punt zelfs onzichtbaar. Hij is volledig in zichzelf gekeerd. Een punt is vaak op zijn plek gefixeerd en is vrijwel bewegingsloos. Een punt is dan ook geen element dat enige vorm van spanning uitstraalt.

In de schilderkunst hebben punten een duidelijke plek. Een punt ontstaat bij een eerste aanraking van materiaal op een vlak. Een punt heeft een uiterlijke en innerlijke betekenis. Uiterlijk is het een vorm, zoals alle andere. Innerlijk is de punt als een levend wezen. Er is spanning in aanwezig. Je kunt dit vergelijken als de noten in de muziek. Het beweegt, het geeft een gevoel. Als een punt zich in het midden van een vlak bevindt, dan heeft de punt weinig spanning. Als vergelijking kun je denken aan een trommelvel waar je in het midden iets op legt. Als je een klap op het vel geeft, zal er weinig geluid zijn. Het voorwerp dooft de trilling van het vel. Als je een voorwerp uit het midden legt, dan zul je twee klanken horen. Een vanuit het vel en vanuit het voorwerp. Het tekenen van een punt buiten het midden van een vel, geeft een zekere spanning.

Over de punt is meer te zeggen. Bovenstaands is slechts een zeer korte uiteenzetting van de ideeën van Kandinsky in ‘Punkt und Linie zu Flache’. Bovenstaande onderbouwing over de punt heeft mij meer begrip gegeven over de punt zelf. Het prikkelt mij ook om meer te experimenteren met de punt in zijn brede verschijningsvorm. Later mogelijk meer.

zondag 2 januari 2011

Werken vanuit Schwarzes Revier



2011 Is reeds 2 dagen oud. Tijd voor de start van mijn nieuwe project. Wat is dat?

Afgelopen november heb ik in de museumshop van Ruhrlandmuseum Essen (Duitsland) een weekkalender gekocht van Heinrich Hauser (1901 - 1955), journalist en filmmaker. De kalender bevat foto’s van zijn 6000 km lange tocht door het Ruhrgebied in 1928. Zijn project had de naam “Schwarzes Revier”.

Terugrijdend vanuit het Ruhrgebied heb ik besloten om aan de hand van de weekfoto een werk te maken dat geïnspireerd is op de foto van die week. De vertaling van de foto kan heel vrij zijn. Mijn fascinatie voor de industrie zit vooral in zijn overtuigende grootsheid. Maar als je goed kijkt, kom je heel veel details tegen. Machines zijn groot, overheersend, maar de bouten geven soms mooie detailleringen in het geheel. Zo is het ook voor de bakstenen gebouwen. Groots, maar de raampartijen bieden mooie breekpunten. Buiten, blijven de buizenstelsels mij inspireren. Hoe groot wij ons als mensen vaak voelen of gedragen, hoe klein ik me op zo’n terrein ervaar.

De foto’s van Hauser laten een grote verscheidenheid aan beelden zien. De ene week sluit het naadloos aan op mijn beeldtaal, terwijl de volgende week echt tot een worsteling kan leiden. Het is dit spel wat ik op het ogenblik in mijn werk wil onderzoeken. Belangrijkste vraag hierin is: Wat zijn de vormen die mij intrigeren? Welke filter ik weg en welke hou ik?

Een titel heeft dit project nog niet, maar eind van de maand probeer ik deze zo goed mogelijk te formuleren. Dan heb ik een klein beetje zicht op het project en hoe ik de foto’s vertaal.